Zaaien in de kas
Benodigdheden: zaaigrond, zaden, steeketiketten van hout of plastic, zaaibakjes met gaatjes voor de waterafvoer. Periode: maart-april
De zaaibakjes vullen met zaaigrond, tussendoor de grond aandrukken en verder opvullen tot iets onder de rand. Kleine zaden dun en gelijkmatig uitstrooien over de hele oppervlakte, daarna de zaden met de hand licht door de grond mengen, goed aandrukken en water geven.
Grotere zaden zoals Zonnebloem, Oost-Indische-Kers, Maïs, etc. per zaadje apart in de grond drukken met één vinger, en weer opvullen met aarde en aandrukken. Tomaten 2-3 zaadjes per potje.Pompoen, Courgette, Wonderboom en Sierkalebas mogen 1 zaadje in een aparte pot van 10cm doorsnee. Een steeketiket of het lege zaadzakje erbij steken is handig. Indien er binnen een maand niks opkomt komt het waarschijnlijk ook niet meer en kan je beter opnieuw zaaien.
Buiten zaaien
Voor het zaaien de grond omspitten of losmaken en onkruiden verwijderen. Groenten zoals sla, radijs, peen, tuinkers, rode biet kunnen vaak het beste op rijtjes gezaaid worden zodat je de kiemplanten kan onderscheiden van het onkruid dat tegelijkertijd opkomt. Hiertoe een geultje van 1-2 cm diep maken en zaad dun uitstrooien. Het geultje daarna weer opvullen met aarde en aandrukken. Bonen en Capucijners om de 20 cm 3 zaden bij elkaar planten. Capucijners en klimmende bonen bij bamboestokken kweken of takkenbundels (vijf teken in een cirkel zetten en de bovenkant bij elkaar binden)
(Wilde) Bloemenmengsels en soorten als Klaproos, Korenbloem en Ganzebloem hoeven niet op rijtjes maar kunnen los uitgestrooid worden. Na het zaaien het zaad losjes door de aarde werken met een hark en de grond aandrukken.