Ik liep verder door de tuin en zette de tocht uit. Er kwamen heel langzaam aan meer kinderen naar de tuin. Veel kende ik weer niet, wat opvallend was, want normaal gesproken ken ik eigenlijk iedereen die er komt. Er heerste een grote spanning.
Toen de ‘spoken’ kwamen om zich voor te bereiden barste het los. We zaten in het tuinhuisje, als klopgeesten bonkte de kinderen op het huisje. Platen werden van het huisje afgesloopt, er stonden nu al zo’n 40 kinderen. Verwachtte opkomst was 15. Ondanks dat waren er wel een aantal volwassenen bij die ik verzocht om te helpen met orde houden.
Nu verwachtte ik dat het rustiger zou worden als we zouden beginnen. Het tegendeel was waar. De groep bestond nu uit 50 schreeuwende en schoppende kinderen. Bij het vertellen van het verhaal voelde ik al het een en ander tegen mijn schenen. Het was moeilijk om te zien wie het deed, vanwege het duister. Ik vertelde dat het niet door ging als ze doorgingen en zo hield het een soort van op.
Bij het eerste spook aangekomen begonnen 3 kinderen met stokken op het spook te slaan.
Bij de andere spoken hetzelfde. Geschopt, geslagen en geschreeuwd werd er.
Ik liep snel met de kinderen die wel normaal deden de tocht door. De andere rende door de hele tuin heen. Een van de spoken was zijn jas kwijt met telefoon, sleutels en portemonnee. Die later verspreid in struiken is terug gevonden.
Na afloop bleef iedereen hangen. Uiteindelijk zag ik blauwe zwaailichten door het tuinhuisje schijnen en toen rende iedereen weg. De rust was weer terug…
Na afloop heb ik natuurlijk veel nagedacht over hoe dit nu heeft kunnen gebeuren. Duidelijk was dat we sowieso veels te weinig mankracht hadden. Daarnaast hadden we een theorie dat veel jongeren vervallen in agressief gedrag wanneer er spanning is. Een reactie op een soort van angst/spanning. Nu was dit natuurlijk geen avondje mediteren..
Mocht het volgend jaar weer doorgaan, dan moet het in elk geval drastisch anders. Meer mensen moeten er zijn om te helpen met begeleiden, en daarnaast moeten we een beter idee hebben van wie en hoeveel er komen.